Astroclub met Joost Verheyden: Lichthinder, meer dan alleen maar een probleem voor astronomen

De zomer is achter ons, nog een maandje te gaan en we zitten weer in de periode van het winteruur. Voor mensen die graag sterren kijken is dat een ideale periode om lang te kunnen genieten van de rijke verscheidenheid aan hemelobjecten die we in onze streken kunnen waarnemen. Maar we moeten dan wel rekening houden met een heel beperkende factor: lichthinder...

In vroegere tijden was het 's avonds eens de Zon onder de horizon was verdwenen en 's nachts simpelweg donker. De Melkweg was zichtbaar en er waren heel veel individuele sterren te zien, heldere en zwakkere. Maar sinds de mens overal voor vaak overvloedige verlichting zorgt, resulteert dat in een sterrenhemel die veel van zijn pracht is verloren.

En lichthinder is niet alleen een probleem voor astronomen, maar ook voor fauna en flora en voor de volksgezondheid.

Spreker van dienst is Joost Verheyden, voorzitter van de bloeiende sterrenkundeclub Capella uit Hoegaarden en al jarenlang begaan met het probleem lichthinder en hoe er paal en perk aan te stellen. Joost is medeoprichter van de vzw Leven(de) Nacht die jaarlijks de Nacht van de Duisternis organiseert.

We duimen voor een heldere sterrenhemel, dan kunnen we aan het begin van de avond nog een klein uurtje de Maansikkel waarnemen. Eens het echt donker wordt zien we de typische herfststerrenbeelden al pronken in het oosten en zuidoosten. De zomersterrenhemel schuift geleidelijk lager en lager richting westen. Fraaie bolhopen en gekleurde dubbelsterren zijn gemakkelijk waar te nemen met behulp van onze telescopen. En vanaf 20h30 zien we de geringde planeet Saturnus steeds hoger klimmen vanaf de oostelijke horizon.